Het participatiereglement: zorg dat je erbij bent!

Werking ouderenraden
Boek op tafel, oudere houdt bril vast

Gemeenten zijn sinds kort verplicht om een participatiereglement op te stellen. Momenteel zijn veel lokale besturen daarmee bezig. Wat staat er in zo’n participatiereglement en welke invloed heeft dit op de werking van de lokale ouderenraad? We zochten het voor jou uit!

Wat is het participatiereglement?

De Decreten Lokaal Bestuur en Lokaal Sociaal Beleid manen het gemeentebestuur aan om de inwoners te betrekken bij het uitstippelen van het gemeentelijk beleid. Er wordt echter niet nader bepaald op welke manier en over welke onderwerpen dit moet gebeuren. De gemeente moet nog een eigen regelgeving opstellen om de inspraak van de burger helder te omschrijven en te regelen.

In het participatiereglement worden de mogelijke inspraak- en participatiekanalen beschreven, zoals de adviesraden, een klachtenprocedure, … Via het participatiereglement kom je dus te weten hoe je als burger kunt participeren in je gemeente en welke regels en afspraken je hierbij in acht moet nemen. Afhankelijk van wat er in het reglement neergeschreven staat, kan het een mooie kans zijn om participatie steviger te verankeren in het lokaal beleid.

Wat betekent het participatiereglement voor de lokale ouderenraad?

Het opstellen van het participatiereglement verplicht het lokaal bestuur om stil te staan bij hoe inspraak en participatie in de gemeente georganiseerd worden. Op zich is dat positief. Het is een kans voor het lokaal bestuur om een globale visie rond participatie te ontwikkelen. Vaak betekent het ook dat er geëvalueerd wordt hoe participatie in het verleden georganiseerd werd en dat het lokaal bestuur keuzes moet maken: willen ze op dezelfde manier verder doen, of willen ze net een nieuwe richting inslaan en experimenteren met nieuwe participatiemethodieken?

Het antwoord op bovenstaande vraag kan verschillende richtingen uitgaan. In sommige gemeenten is men blij met wat men ziet en wordt er besloten dat de huidige inspraak- en participatiekanalen onveranderd hun rol kunnen blijven spelen. In andere gemeenten besluit men echter dat er nood is aan aanpassingen en vernieuwing. Dat kan betekenen dat de rol van de lokale adviesraden in vraag gesteld wordt en dat de werking van de lokale ouderenraad bijgestuurd wordt.

Het gemeentebestuur van Blankenberge besliste dat de samenstelling van de ouderenraad moest wijzigen. Voor de zetelende leden kwam dit als een donderslag bij heldere hemel, ze stelden nog maar net vernieuwde statuten op.

In Leuven was de ouderenraad traditioneel onderverdeeld in verschillende deelraden die actief waren in de Leuvense deelgemeenten. Op die werking zat wat sleet, dus stelde de stad een alternatief voorstel voor aan de lokale ouderenraad waarbij de werking niet territoriaal, maar thematisch georganiseerd wordt. Het voorstel werd met veel enthousiasme onthaald en creëerde meteen een golf van positieve energie. 

Aangezien de lokale ouderenraad niet decretaal verplicht is, kan de gemeente ervoor kiezen om de inspraak van ouderen op een andere manier te organiseren. Bijvoorbeeld door de ouderenraad op te nemen in een grotere welzijnsraad, of door helemaal af te stappen van adviesraden en te kiezen voor iets nieuws zoals een participatiemarkt of thematische vergaderingen.

Het participatiereglement, een participatiekans?

Het afschaffen van de lokale ouderenraad is geen wijdverspreid fenomeen, in de meeste gemeenten kunnen de ouderenraden hun werking voortzetten. Tegelijkertijd leven in veel lokale ouderenraden wel gevoelens van ongerustheid over of en in welke vorm ze zullen voortbestaan. Er blijkt veel onduidelijkheid en onzekerheid te heersen. Die gevoelens worden voornamelijk gevoed door een gebrek aan informatie. Veel lokale ouderenraden blijken immers helemaal niet op de hoogte te zijn van de visie en concrete plannen van het lokaal bestuur.

Ook al is het nog niet helemaal duidelijk wat het nieuwe participatiereglement zal betekenen voor jouw lokale ouderenraad, een gouden regel is: zorg dat je  betrokken bent! Ga in gesprek met de schepen voor ouderenbeleid of met de verantwoordelijke ambtenaar, vraag naar de plannen en maak je sterk dat het onontbeerlijk is om ook de bestaande adviesraden te betrekken bij het nadenken over participatie in de gemeente.

De lokale ouderenraad van Zedelgem contacteerde het college van schepenen en burgemeester meteen toen ze signalen opvingen over een mogelijke afschaffing van de lokale ouderenraad. Gelukkig kon het gemeentebestuur hen meteen geruststellen, de ouderenraad zou zeker niet verdwijnen.

Hoewel het in eerste instantie ongetwijfeld het fijnst lijkt om de vertrouwde werking van de lokale ouderenraad onveranderd voort te zetten, hoef je als lokale ouderenraad niet weigerachtig te staan tegenover veranderingen. In sommige gemeenten kunnen veranderingen er net voor zorgen dat er een frisse wind waait en dat de lokale ouderenraad haar adviesverlenende en beleidsbeïnvloedende functie met nieuwe energie opneemt. Je hoeft ook niet achterdochtig te zijn ten opzichte van nieuwe vormen van burgerparticipatie: waarom zouden deze de bestaande overlegstructuren moeten bedreigen? Denk, samen met het gemeentebestuur, na over hoe nieuwe vormen van burgerparticipatie en bestaande overlegstructuren elkaar net kunnen versterken.

Of het opstellen van het participatiereglement werkelijk een participatiekans is, hangt natuurlijk ook af van de houding van het lokaal bestuur. Wanneer het participatiereglement achter gesloten deuren geschreven wordt, mist het lokaal bestuur heel wat participatiekansen. Wanneer inwoners en adviesraden betrokken worden bij het opstellen van de participatieregels, kan er een reglement geschreven worden dat nog beter aansluit bij de wensen en noden van het bestuur en de burgers van jouw gemeente. Door samen met de burgers en adviesraden op weg te gaan, ontwikkel je zonder twijfel een gedragen participatiereglement dat een grote slaagkans heeft.

Wat moet er in het participatiereglement staan?

Na een hopelijk participatief proces waarbij het lokaal bestuur samen met de burgers een visie op participatie ontwikkelde, is het tijd om na te denken over meer praktische zaken: wat moet er nu concreet in het participatiereglement komen te staan? De Wakkere Burger publiceerde een inspiratienota vol tips en aandachtspunten. Voor lokale adviesraden pleiten ze voor volgende regels:

  • Leg vast dat de adviesraden steeds een gemotiveerd antwoord krijgen op de uitgebrachte adviezen, ook wanneer een advies niet opgevolgd wordt
  • Leg vast dat de uitgebrachte adviezen niet enkel naar de bevoegde schepen gaan, maar overgemaakt worden aan alle fracties in de gemeenteraad
  • Leg vast dat adviesraden ook open vergaderingen kunnen organiseren, zo kan er een bredere betrokkenheid bij deze raden ontstaan

Bovenstaande regels kunnen de werking van de ouderenraad bevorderen en de impact van de adviesverlenende rol vergroten. Het is dus zeker zinvol om ervoor te pleiten dat deze regels opgenomen worden in het participatiereglement. Verder kan er ook gedacht worden aan het verankeren van de samenwerking tussen lokale partners zoals andere adviesraden, maar ook sleutelfiguren actief in het lokale ouderenbeleid (lokale dienstencentra, woonzorgcentra, …). Of denk aan zaken die de openbaarheid van bestuur bevorderen, zoals de zittingsverslagen van de gemeenteraad publiceren of een begrijpbare begroting online plaatsen. Door meer openbaarheid ben je als burger immers beter geïnformeerd, wat een basisvoorwaarde is voor zinvolle participatie.

Wanneer er hervormingen op tafel liggen, ga je best na of er in de nieuwe structuren nog voldoende aandacht mogelijk is voor de belangen van ouderen. Zo wordt er in sommige gemeenten voor gekozen om één grote adviesraad voor welzijn en vrije tijd op te richten die verschillende deelraden, zoals cultuur-, sport-, jeugd- en ouderenraad, overkoepelt. Als dat in jouw gemeente het geval is, kan je ervoor pleiten om dit op een doordachte manier te laten gebeuren en wijzen op eventuele valkuilen. Haal bijvoorbeeld aan dat vergaderen met alle leden van de verschillende deelraden nefast zal zijn voor de betrokkenheid van de deelnemers en hun achterban. Leg de optie op tafel dat de deelraden toch nog aparte vergaderingen kunnen bijeenroepen. In de overkoepelende raad kunnen dan de voorzitters van de deelraden (eventueel aangevuld met enkele afgevaardigde leden) zetelen.

Vernieuwen of behouden?

De Vlaamse Ouderenraad blijft overtuigd van de meerwaarde die een actieve ouderenraad kan bieden aan het lokaal bestuur en de lokale gemeenschap (lees ons artikel: ‘Waarom een lokale ouderenraad onmisbaar is’ er maar op na). We zijn echter zeker niet gekant tegen vernieuwing, tenminste als die op een doordachte manier plaatsvindt en er niet boven de hoofden, maar samen met de burgers nagedacht wordt.

Vernieuwen en behouden hoeven dus niet elkaars tegengestelden te zijn, maar kunnen elkaar net aanvullen en sterker maken. De hamvraag moet dan ook niet zijn of het lokaal bestuur in het participatiereglement kiest voor vernieuwing of behoud, maar of het lokaal bestuur het participatiereglement aangrijpt als een participatiekans.

Wanneer je het participatiereglement bespreekt en evalueert in je lokale ouderenraad focus je dus best op de vraag of participatie en inspraak via het nieuwe reglement werkelijk verankerd worden in de gemeente. Vervolgens kun je nadenken over de rol die je hierin als ouderenraad kunt vervullen en of het participatiereglement de raad nog voldoende ruimte en mogelijkheden gunt voor zijn adviesverlenende en beleidsbeïnvloedende taak.

 

Met dank aan Annemie Balcaen, Vlaams ambtenaar ouderenbeleidsparticipatie