Zorgzame Buurtenproject Lindelhoeven verbetert toeleiding naar diensten

Welzijn & Sociaal contact
Lindelhoeven

Vlaamse Ouderenraad © Anneleen Pacquets

Rond 2014 werden in Pelt de eerste stappen gezet naar het opbouwen van een Zorgzame Buurt. Twee jaar geleden diende de gemeente het initiatief in als pilootproject Zorgzame Buuten. Het project wil noden van 65-plussers beter detecteren en mensen met een kwetsbaarheid tijdig toeleiden naar diensten, vertellen Jana Gorissen, coördinator lokale dienstencentra en Els Kuppens, schepen van Welzijn en Ouderenbeleid in Pelt.

Kuppens: “Een aantal jaar geleden fuseerden de gemeenten Neerpelt en Overpelt. Een fusie kan er al snel voor zorgen dat lokale betrokkenheid in het gedrang komt. Om dat tegen te gaan, riepen we bezoekersteams in het leven. Vrijwilligers gingen op regelmatige basis langs bij thuiswonende 65-plussers. Ze polsten naar hun noden en behoeften. Nadien legden we alle verhalen bij elkaar, en koppelden we terug hoe we via het beleidsniveau die noden konden beantwoorden. Het hoofddoel? Zorgzaam zijn voor elkaar, een inclusieve samenleving creëren, inzetten op detectie en toeleiding naar diensten. Dat leidde tot het project ‘Minder mazen, meer net’ dat ondersteund werd door SAAMO en Thomas More.”

Gorissen: “Dat project zetten we twee jaar geleden verder in het Zorgzame Buurtenproject ‘Lindelhoeven, zorgzaam dorp van de toekomst’. Lindelhoeven is een kerkdorp in de gemeente Pelt, waar kinderen, jongeren en ouderen samenleven. Onze Zorgame Buurt richt zich dan ook op alle inwoners, want zowel ouderen als mantelzorgers en inwoners met een kwetsbaarheid kunnen baat hebben bij een Zorgzame Buurt.”

Beleidsoverschrijdend werken

Gorissen: “Dankzij de Zorgzame Buurtenfinanciering konden we twee buurtzorgregisseurs aanstellen. Die werken echt op het terrein. De buurtzorgregisseurs vertoeven in de lokale dienstencentra, maar ze zijn ook veel aanwezig in de buurt om de noden en behoeften van de doelgroep te detecteren. Sommige inwoners raken niet bij de tandarts. Anderen botsen op digitale moeilijkheden. Nog anderen vinden geen geschikte huisarts. De buurtregisseur leidt hen toe naar het juiste aanbod en de geschikte diensten. We willen met ons project zoveel mogelijk diensten, zoals woonzorgcentra, verenigingen en scholen, met elkaar én met inwoners verbinden. Daarnaast willen we ook beleidsoverschrijdend werken. Een zorgzame buurt heeft namelijk linken met sport en vrije tijd, maar ook met ruimtelijke ordening.”

We willen met ons project zoveel mogelijk diensten, zoals woonzorgcentra, verenigingen en scholen, met elkaar én met inwoners verbinden. 

Kuppens: “De lokale dienstencentra spelen een belangrijke rol bij het verbinden van mensen. Het is een ontmoetingsplek waar onder andere buurtbewoners kunnen samenkomen. Het lokaal dienstencentrum werkt ook samen met verschillende partners, zoals (ouderen)verenigingen, buurtcomités en welzijnsschakels.”

Gorissen: “Ik werk als coördinator lokale dienstencentra inderdaad nauw samen met de buurtzorgregisseurs en ook met organisaties en verenigingen binnen de gemeente. Die samenwerking is belangrijk. Niemand moet het warm water uitvinden, we kunnen wel kijken waar we krachten kunnen bundelen en hoe we elkaar kunnen aanvullen. Hoe beter organisaties en verenigingen ons leren kennen, hoe sterker onze band wordt. Het is niet de bedoeling dat we hun taken overnemen, we willen elkaar wel versterken. En ook inwoners beginnen ons meer en meer te vertrouwen.”

Ouderenparticipatie

Niemand moet het warm water uitvinden, we kunnen wel kijken waar we krachten kunnen bundelen en hoe we elkaar kunnen aanvullen. 

Kuppens: “Wat we al verwezenlijkt hebben de voorbije twee jaar? Verenigingen signaleren ons welke noden er leven bij hun doelgroep. We bekijken dan samen hoe we op die noden kunnen inspelen. En in het kader van onze buurtanalyse gingen we met alle actoren van het dorp in gesprek, ook met die signalen gingen we verder aan de slag. Zo zijn er het afgelopen jaar al verschillende infosessies rond itsme en phishing georganiseerd in de dorpen zelf. En we riepen Digipunten in het leven, inwoners kunnen daar terecht met hun digitale vragen. Met mantelzorgverenigingen organiseerden we ontmoetingsmomenten, waar lotgenoten elkaar kunnen leren kennen.”

Kuppens: “Ook inwoners hebben een stem in ons project. Er bestaat een een kerngroep meedenkers ouderen. In die kerngroep denken ouderen mee na over het lokaal beleid. We hebben ook een seniorenpanel, waar ouderen uit de verschillende buurten noden en bezorgdheden uit hun regio signaleren. En eenmaal per jaar komt de algemene vergadering samen, ook daarin kunnen ouderen mee nadenken over het lokaal beleid. Een nood die inwoners zelf signaleerden? Het verdwijnen van de bankkantoren. Het lokaal bestuur beantwoordde die bezorgdheid door ervoor te zorgen dat er op verschillende plekken fysieke banken bleven. We organiseerden ook 80-plusfeesten. 80-plussers kwamen samen en genoten van taart, koffie en muziek. Pelt heeft geen lokale ouderenraad, maar de de kern meedenkers ouderen, het panel en het platform ouderen zijn allemaal adviesraden waarbij ouderen betrokken worden en inspraak hebben in het Pelts ouderenbeleid.”

Ook inwoners hebben een stem in ons project. Signaleren ze noden? Dan gaat ons project daarmee aan de slag. 

Informeren van nieuwe inwoners

Gorissen: “We zetten ook een ‘onthaal nieuwe inwoners’ op. Elke twee jaar nodigen we nieuwe inwoners uit Pelt en de nabije gehuchten uit om hen te informeren over al onze diensten. Van informatie over de supermarkten, tot info over zorgvoorziening en ontmoetingsplekken. Want nieuwe inwoners lopen vaak wat verloren. En begrijpelijk, want ze moeten alles nieuw ontdekken. Dit initiatief geeft hen de mogelijkheid om het Pelts aanbod te ontdekken. Daarnaast is één van onze doelen om jaarlijks twee activiteiten in elk gehucht van Pelt te organiseren. Zo moeten inwoners zich niet altijd naar Pelt verplaatsen, maar zijn er voldoende activiteiten in hun eigen regio.”

Kuppens: “Uit het ‘onthaal nieuwe inwoners’ ontstond ook een fijn initiatief van inwoners zelf. Enkele alleenstaanden besloten om een groepje op te richten. Die groep bestaat ondertussen uit meer dan 400 inwoners die op regelmatige basis afspreken om op stap te gaan. Ze gaan samen naar de markt, op restaurant of naar een theater- of muziekvoorstelling. Dat initiatief ligt me nauw aan het hart. De gemeente bracht de mensen bij elkaar, maar ze beslisten zelf om een groep te vormen en af te spreken. In mijn ogen is dat de verwezenlijking van een Zorgzame Buurt.”

“Ik draag ook een warm hart toe aan intergenerationele projecten. Het woonzorgcentrum van Lindelhoeven zal verhuizen naar een andere locatie. Naast de nieuwe plek is er een jeugdbeweginglokaal. En nabij is er ook een school en een kinderopvang. We vinden het fijn dat alle generaties op die nieuwe locatie verbonden zullen zijn.”

Om een Zorgzame Buurtenproject te verduurzamen, zijn er middelen nodig. 

Belang van middelen

Kuppens: “Mijn belangrijkste tip naar andere lokale besturen? Om een Zorgzame Buurtenproject te verduurzamen, zijn er middelen nodig. Het is dus belangrijk dat het lokaal beleid de projecten steunt, en er het belang van inziet. Als beleidsmakers geen middelen willen vrijmaken, en niet in het project willen investeren, dan kan je geen buurtzorgregisseurs of geen coördinator aanstellen. Als bevoegde schepen heb ik een visie, maar die visie ook uitdragen is een gedeelde verantwoordelijkheid. Als andere schepenen en andere beleidsmakers hun schouders niet mee zetten onder het project, dan kan je simpelweg geen Zorgzame Buurt creëren. Een netwerk is belangrijk wil je een project waarmaken.”

Meer lezen over Zorgzame Buurten? Surf dan naar ons dossier.